Klaagliederen 4:4

SV[Daleth.] De tong van het zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst; de kinderkens eisen brood, er is niemand, die [het] hun mededeelt.
WLCדָּבַ֨ק לְשֹׁ֥ון יֹונֵ֛ק אֶל־חִכֹּ֖ו בַּצָּמָ֑א עֹֽולָלִים֙ שָׁ֣אֲלוּ לֶ֔חֶם פֹּרֵ֖שׂ אֵ֥ין לָהֶֽם׃ ס
Trans.dāḇaq ləšwōn ywōnēq ’el-ḥikwō baṣṣāmā’ ‘wōlālîm šā’ălû leḥem pōrēś ’ên lâem:

Algemeen

Zie ook: Daleth, Dorst, Hongersnood, Tong (lichaamsdeel)


Aantekeningen

[Daleth.] De tong van het zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst; de kinderkens eisen brood, er is niemand, die [het] hun mededeelt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

דָּבַ֨ק

kleeft

לְשׁ֥וֹן

De tong

יוֹנֵ֛ק

van het zoogkind

אֶל־

-

חכּ֖וֹ

aan zijn gehemelte

בַּ

-

צָּמָ֑א

van dorst

עֽוֹלָלִים֙

de kinderkens

שָׁ֣אֲלוּ

eisen

לֶ֔חֶם

brood

פֹּרֵ֖שׂ

er is niemand, die hun mededeelt

אֵ֥ין

-

לָ

-

הֶֽם

-


[Daleth.] De tong van het zoogkind kleeft aan zijn gehemelte van dorst; de kinderkens eisen brood, er is niemand, die [het] hun mededeelt.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!